- De dalende trend bij de ontwikkeling van de cao-lonen in Nederland lijkt te zijn gestuit.
- In juli was bij nieuw afgesloten cao’s sprake van loonstijgingen van gemiddeld 5 procent en dat was hoger dan in de voorgaande maand.
- Werkgeversvereniging AWVN maakt zich zorgen over te hoge loonkosten in Nederland.
- Lees ook: Lonen stijgen harder dan arbeidsproductiviteit: dat is niet goed voor bedrijven, waarschuwen werkgevers
Vakbonden lukt het de laatste maanden opnieuw om hogere loonstijgingen af te spreken. AWVN, de belangrijkste arbeidsvoorwaardenadviseur van Nederlandse werkgevers, stelt vrijdag hierover “zeer bezorgd” te zijn. “De sterk stijgende loonkosten kunnen de concurrentiepositie en gezondheid van Nederlandse bedrijven verzwakken.”
In de 25 vorige maand afgesproken cao’s kwamen de loonafspraken uit op gemiddeld 5 procent. In juni lag het gemiddelde nog op 4,6 procent, in mei ging het om 4,5 procent.
AWVN zag daarvoor juist een dalende trend, maar de werkgeversvereniging durft inmiddels niet meer te zeggen waar de ontwikkeling nu naartoe gaat.
De cijfers van AWVN worden nauwlettend in de gaten gehouden door De Nederlandsche Bank (DNB). Een sterke loongroei zou de inflatie namelijk weer kunnen aanwakkeren. De centrale bank verklaarde eerder de kans hierop klein te achten. Maar als de gemiddelde loonstijging komende maanden blijft oplopen, zou dit risico wellicht reëler worden.
Hardnekkige inflatie speelt loonstijging in de kaart
Volgens AWVN zijn de hoge loonafspraken in juli te verklaren door een combinatie van factoren. De vereniging wijst onder meer op de aanhoudende inflatie, die deels wordt veroorzaakt door de doorberekening van eerdere loonstijgingen in de prijzen van producten en diensten. De bonden grijpen dat aan om forse loonsverhogingen af te dwingen.
De bonden vinden daarnaast dat voor sommige cao's nog aanzienlijke salarisstijgingen nodig zijn om eerder koopkrachtverlies te repareren. En werkgevers hebben ook te maken met een krappe arbeidsmarkt. Dat maakt dat ze moeilijk nieuw personeel kunnen vinden en daarom hun huidige personeel vast proberen te houden met aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden.
"Ten slotte lijkt er gewenning op te treden", is de indruk bij AWVN. "Cao-partijen lijken gewend geraakt aan hoge looncijfers en gebruiken als referentie de cijfers van het afgelopen jaar in plaats van de vooruitzichten op langere termijn."
Volgens de vereniging dwingen de economische omstandigheden echter tot grote voorzichtigheid. AWVN beveelt cao-onderhandelaars daarom met klem aan om de bedrijfseconomische situatie van bedrijven en bedrijfstakken in de onderhandelingen te betrekken.